Het is 1951. Het jaar waarin Nederland wordt getroffen door een 10 minuten durende aardbeving van 5,6 op de schaal van Richter, maar mijn ouders geven geen krimp in aflevering 17, Reisdagboekje 3, waarin op een stille, afgelegen weg het noodlot weer toeslaat.
Intussen is het weer donker geworden en passeren we de Zwitserse grens. We komen nu langs het Comomeer, werkelijk fantastisch. Overal waar je kijkt zie je lichtjes, daar is Bevrijdingsdag in Eindhoven niets bij.
Wij hebben het ook gezien, tijdens ons recente verblijf aan het Comomeer. Ik kan me het gevoel van mijn moeder wat ze toen had, best wel voorstellen, maar wij vonden het nu eigenlijk vooral erg benauwend. Zó veel hutje-mutje-bebouwing op al die berghellingen… Geef ons de de duisternis van Noord-Jutland maar, met op een koude winternacht lichtjes boven ons van miljoenen sterren…
Om 11 uur komen we in Lugano aan, het is hier erg druk en gezellig. De mensen zitten buiten op het terras te luisteren naar de verschillende bands, die ook buiten zitten. Het is nu de hoogste tijd om te gaan slapen.
Na een half uur komen we op een stille, afgelegen weg en rijden daar één of ander laantje in, het is vlak langs een water. Michael vraagt of ik even uitstap om te kijken of het een geschikte plaats is en nauwelijks ben ik buiten of ik zak tot m’n enkels in de modder.
Oh jee. Maar ja: beter mijn moeder dan de auto, denk ik dan maar.
Intussen heeft Michael het ook ontdekt en nu moet ik uit alle macht duwen om de wagen, die al een behoorlijk eind in de modder zit, eruit te krijgen. Het lukt niet. Nu moet ik achter het stuur gaan zitten, en de wagen starten, dan zal Michael duwen, maar hij wil er niet uit, wat nu?
Mijn moeder heeft nooit een rijbewijs gehad. Ze heeft vele jaren later wel rijles genomen, maar na drie keer het examen te hebben verknald door hevige examenvrees vond mijn vader het welletjes.
Ik ben al een eind de weg op gelopen om te zien of er niemand kan helpen, maar zoals gewoonlijk: als je iemand nodig hebt, komt er geen mens. Drie minuten van de plaats des onheils hebben we een tentenkamp gezien en daar gaan we het nu maar eens proberen.
Na een paar maal hallo geroepen te hebben, worden ze wakker en zijn ze bereid ons te helpen. Ze zullen het niet erg leuk gevonden hebben, zo ‘s nachts in de modder te kruipen.
Na 5 minuten zijn we gered en volgens die Zwitsers kunnen we rustig tot morgenvroeg blijven staan, ze zullen nog terugkomen om te kijken of we goed weg kunnen komen. Dus gaan we slapen.
Als ik dit nu lees, is er een goede reporter aan mijn moeder verloren gegaan. Zonder enig besef van die dingen doet ze hier wat elke journalist-in-spe op de opleiding leert: schrijf in de tegenwoordige tijd, dat leest alsof je erbij bent. Als ik dit nu lees, ben ik er gewoon bij: in het holst van de nacht, op een afgelegen laantje, steeds dieper wegzakkend in de modder. En dan die laatste zin als een soort onderkoelde anti-climax. DUS gaan we slapen… Mijn adrenaline is door het lezen alleen al op een peil dat van slapen geen sprake zou kunnen zijn. Wat een ‘coole’ moeder had ik!

Inderdaad, in al deze verhalen spreekt een coole moeder! Leuk te lezen dat je niet echt een avonturier in haar zag, maar in deze verhalen dus wel… toen was ze nog geen moeder hé… Sommige vrouwen veranderen enorm door het moederschap…
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi dat je dat zegt, Bea, ik denk dat het zeker waar is. De verantwoordelijkheid die je dan ineens hebt… Toch is mijn moeder nooit een moederende-moeder geworden, bedenk ik me nu. Ze heeft mij altijd heel erg vrij gelaten, zo ‘vrij’ als ze zelf toen was denk ik… Mooi, dat dit soort kwartjes nu vallen! 🙂
LikeGeliked door 2 people
Haha met Michael is het nooit saai, er gebeurt iedere dag wel iets.
LikeGeliked door 1 persoon
Daarom is m’n moeder op hem gevallen, denk ik. Alhoewel hij jaren later wel wat saaier had mogen worden van haar… 😉
LikeGeliked door 1 persoon
😀 jou morder laat dit klink na ’n lekker avontuur
LikeGeliked door 1 persoon
Jawel he? 😀
LikeGeliked door 1 persoon
Elke keer geniet ik weer van het geweldige dagboek en moet er wel eens om lachen. Wat een avontuur.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, saai was het nooit met m’n ouders 😀
LikeLike
Als je dit terug leest, krijg je dan niet een soort van heimwee naar een periode in je leven die je niet eens gekend hebt? Geweldig die dagboekverhalen.
LikeGeliked door 1 persoon
Nee, geen heimwee, wel vind ik het erg jammer dat ik mijn ouders hierover nu niets meer kan vragen. Ik heb altijd van deze boekjes geweten, maar zo gaat dat dan: zolang je ouders nog leven is het ‘nu’ veel interessanter dan ‘toen’. En ik vind het ook wel bijzonder dat ik mijn ouders door deze letterlijke verslagen (want de meeste ‘wilde verhalen’ ken ik natuurlijk wel) soms even van een heel onverwachte kant leer kennen…
LikeGeliked door 1 persoon