Woensdag

De hittegolf is voorbij. Het is weer gewoon ergens tussen de 15 en 18 graden en er waait een straffe wind. De tuin ligt vol afgewaaid blad, en de kersen vliegen ons om de oren. We zijn er niet echt rouwig om, want ze zijn allemaal aangetast. Rare vlekken en plekken erop. Odin maalt er ook niet om. Hij hangt verdacht veel bij de compostbakken (onder de kersenbomen) rond, en later vinden we in zijn mand allemaal kersenpitten… 

Donderdag

Jacob raapt alle moed bij elkaar voor belastingaangifte 2.0 – voor zijn bedrijf. Dat moet óók nog gebeuren voor 1 juli. Na ruim een half uur in de wacht te hebben gestaan bij de Deense skat (de schatkist dus, oftewel de belastingdienst) wordt hij door een vriendelijke en geduldige mevrouw goed op weg geholpen en YES! dan is de allereerste aangifte in het Deens ook een feit. Ik ben trots op hem.

Vrijdag

’s Morgens vergadering met de collega’s in Agger, en daarna even doorgelopen naar het strand – het enige rolstoelvriendelijke in de regio, en misschien wel in heel Denemarken.

Het is superlekker heerlijk weer, en ik ben er alleen. Hier een filmpje:

’s Avonds bonuszoon3 – en dat is Jacobs zoon2 – weer even gezien en gehoord in een gezellig videotelefoongesprek. Over mooie websites bouwen, waardering op het werk, en een gordijnrail die met gordijn-en-al van het plafond kwam donderen. Klusadvies-op-afstand gegeven en de volgende dag horen we dat zoonlief een nieuwe gordijnrail aan het plafond heeft gehangen. Zelf gedaan. Kleine jongens worden groot!

Zaterdag

Ik rijd een leeuwerik aan.

Zondag

Lekker weer, dus in de tuin verder gewerkt aan mijn voddenkleed.

Het eerste probeersel is bestemd voor de slaapkamer, dus kleuren uitgezocht die passen bij de houten vloer, het bed+goed en de winterdeken. Van het YouTube-filmpje dat mij als voorbeeld dient, begrijp ik dat de techniek die ik gebruik geen weven is, maar fitsen. Ik ben dus geen kleedje aan het weven, maar een mat aan het fitsen. En dat klinkt toch een stuk minder… ‘Het klinkt als iets wat de Vieze Man doet’, zegt Jacob. Precies! 

Maandag

Weer een halve dag in de winkel gestaan. Met ingang van het hoogseizoen (na Pinksteren) zijn de openingstijden aangepast en dat betekent nu een volle dag. Dat ben ik niet meer gewend, en wil ik ook niet meer. Na 7 uur mijn stinkende best doen om met elke klant Deens te praten (soms hoor ik pas als klanten de winkel verlaten dat het Duitsers zijn… ai!) ben ik op. Gelukkig is alles bespreekbaar met de collega’s, en dus delen we nu sommige dagen. Voor hun niet echt praktisch, voor mij erg fijn, dus ik ben dankbaar dat ze dit voor mij over hebben 🙂

Dinsdag

Het lijkt verdorie wel herfst! Het is grijs, rond de dertien graden en er staat (weer) een stevige noordwestenwind.

Dat weerhoudt Jacob er niet van vandaag het fietsenhok af te maken. We doen alles in etappes hier, in een slakkengang, en dat bevalt goed. Het is dus niet: vandaag gaan we een fietsenhok in elkaar timmeren, maar: vandaag slaan we maar eens de eerste palen in de grond voor een fietsenhok… De fietsen (en de fietskar annex autobench voor Odin) stonden eerst in de schuur, vóór al het tuingereedschap en de maaier, en die dingen hebben we nu wel dagelijks nodig, en dan moesten steeds eerst de fietsen achterstevoren dat schuurtje uit, met grote kans op scheen- of hielpeesbeschadigingen, dussss…. Bijkomend voordeel: de fietsen staan nu heel dicht bij de weg, dus misschien pakken we die nu ook eens wat vaker in plaats van de auto…