Wat vooraf ging

2011. Amper een maand na het overlijden van mijn moeder zijn Jaap en ik in Krbune, Kroatië. In een liefdevol en met oog voor detail gerestaureerd stenen, typisch Istrisch huis, bijna aan het eind van een doodlopende weg. De vakantie is al lang geleden geboekt, alle acute zaken die rondom een overlijden geregeld moeten worden zijn geregeld, dus het is een goed moment om even iets anders aan mijn hoofd te hebben. Om – letterlijk en figuurlijk – ruimte, rust en uitzicht te hebben.

Ons vakantiehuis bovenop een van de vele heuvels in het glooiende landschap van Oost-Istrië wordt geflankeerd door de kerk en de ruïne van een school. Een statig, groot gebouw waar, als je goed luistert en dat is niet zo moeilijk in deze serene stilte, de stemmen van de kinderen nog hoorbaar zijn. Hier ontstaan de eerste, dan nog wilde, ideeën voor een andere manier van leven. De fantasie ‘we kopen een bouwval, knappen het op en gaan een simpel zelfvoorzienend leven leiden’ krijgt vorm.

Enkele maanden later, een dag nadat ik voor het laatst de deur achter me heb dichtgedaan van het huis van mijn ouders, heb ik een afspraak bij de gynaecoloog in verband met een verdachte uitslag van het uitstrijkje bij de huisarts. Ik verwacht nader onderzoek, maar ga naar huis met een datum voor een operatie.

Het blijft niet bij één ingreep. In de maanden die ik hierdoor gedwongen tot stilstand kom dringt het tot me door: ik heb dringend behoefte aan een drastische verandering in mijn leven. Ineens is daar de drang om weer te gaan schrijven, koop ik een harp en neem ik ontslag.

2012. Aan het eind van dat jaar heeft Jaap vanwege toenemende buikklachten een afspraak bij één van de chirurgen voor wie ik gewerkt heb. De toestand van zijn darmen is zodanig dat een operatie in zicht komt als enige mogelijkheid om de klachten te verlichten. De schrik slaat ons opnieuw om het hart, maar we vinden het beste alternatief in aanpassingen van onze eetgewoonte.

‘Het Nieuwe Eten’ wordt de nieuwe uitdaging, en met succes. Jaaps klachten worden minder, en onze interesse in gezond, onbewerkt, eerlijk eten groeit met de dag.

2014. Amper twee maanden na het overlijden van Jaaps vader, zijn we in Denemarken. Noord Jutland. In een typisch Deens houten sommerhus, aan het eind van een doodlopende weg. De vakantie is kort geleden geboekt. Alle acute zaken die rondom een overlijden geregeld moeten worden zijn geregeld, en Jaap heeft dringend behoefte aan even iets anders aan zijn hoofd. Aan – letterlijk en figuurlijk – ruimte, rust en uitzicht.

Dit deel van Denemarken biedt dat volop. Heldere luchten, oneindige vlakten, glooiende heuvels, eindeloze oeroude bossen waar grafheuvels uit de Bronstijd verscholen liggen en waar een onvoorstelbare diversiteit aan planten en dieren hun stek gevonden heeft.

Tussen alle bedrijvigheid thuis door maken we af en toe even bewust tijd voor wat inmiddels een serieus verlangen is: een simpel onderkomen kopen, het opknappen en een eenvoudig leven gaan leiden.

Tijdens deze vakantie stuiten we op een klein wit Deens huisje met rood dak, uit 1874, gelegen aan het eind van een grindweg, aan de rand van Nationalpark Thy. De tijd, en wij, zijn rijp voor concrete stappen. We gaan emigreren! verkondigen we luid. We durven onze dromen te gaan doen.

Doen wat ons hart (en soms onze ‘guts’) ons ingeeft: we zijn er de laatste jaren goed in geworden. Meer luisteren naar ons lijf en ons gevoel. Stoppen met jagen, starten met jutten.

Op de foto ons ‘Gele Huis’ aan de noordwestkust van Jutland met daarachter de fjord en de zee.