Die vraag krijgen we af en toe wel eens, in het echte leven, maar ook hier: ‘Hoe houden jullie het vol, continu samen in – grotendeels – één ruimte van 35 vierkante meter?’ Want dit is in wezen ons leefoppervlak, badkamer, slaapkamer en bergruimte boven niet meegerekend. Tja, hoe doen we dat?
Voordat we naar het Gele Huis kwamen, hadden we al enige oefening gehad in het ‘op elkaars lip zitten’ in periodes dat we allebei thuis waren. Dat ging eigenlijk vrij geleidelijk. Jacob werkte, toen hij nog in loondienst was als facilitair manager, al vrij vaak thuis. Toen hij besloot voor zichzelf te beginnen, fulltime vanuit het ‘thuiskantoor’, gaf dat aanvankelijk enige verwarring bij mij. Er was ineens een man at work in korte broek en teenslippertjes, in plaats van strak-int-pak.
Maar dat wende snel. En juist vanwege de zo geleidelijke overgang hebben we er eigenlijk nooit problemen mee gehad in dezelfde ruimte ieder ons eigen ding te blijven doen. Dat het anders kan gaan weet ik bijvoorbeeld van mijn ouders, die samen op een cursus ‘Pensioen in Zicht’ gingen om aan elkaars aanwezigheid te wennen na zoveel jaar ‘apart’ te hebben geleefd. Dat het anders kan gaan weet ik als iemand onverwacht door ontslag ineens de hele dag thuis is, en jou – die gewend was grotendeels alleen thuis te zijn – met van alles en nog wat ‘lastig valt’.
Alles went, ook een vent (in huis) 🙂 Als je maar het evenwicht weet te vinden tussen oprechte belangstelling voor elkaars bezigheden en de even oprechte behoefte aan tijd alleen. Als je maar accepteert en respecteert wat de ander doet, óók als dat niet(s)doen is. Als je evenwicht vindt in een eventueel heel ander ritme. Maar vooral: als je maar goed communiceert en niet verwacht dat de ander ‘wel weet’ hoe jij je voelt, wat jij wilt, waar jij behoefte aan hebt. En dat gaat met vallen en opstaan.
Maar boven alles schuilt voor ons denk ik ‘het geheim’ ook wel in het hebben van een gezamenlijke visie, droom, een gezamenlijk doel: de wens om een zo eenvoudig mogelijk leven hier vorm te geven. En vanuit die gedachte doen we ook veel samen, maar met elk een eigen rol. Een voorbeeld: we kunnen de hele dag samen in de tuin werken, maar dan ontferm ik me over de gewenste en de ongewenste kruiden daarin, en Jacob ontfermt zich over onze brandstof of bouwt iets dat onze droom hier ten goede komt. Ik zaai, Jacob oogst. Zijn we binnen, dan zorg ik voor de uitwendige, en Jacob voor de inwendige mens.
Negen jaar geleden dachten we na over een langeafstandshuwelijk. Het idee om serieus te gaan emigreren naar deze streek was amper geland, maar het verlangen om dit te gaan doen des te groter. En in de emotie van het moment borrelen er dan creatieve ideeën op.
Met de (Human Design-)kennis van nu vind ik mijn één na laatste opmerking van dat blog wel weer heel passend voor ons. Voor MIJ, in ieder geval. Zoals ik ook onlangs al schreef op mijn andere blog, ben ik er meer dan Jacob voor ontworpen om alleen te zijn en me daar ook lekker bij te voelen. Jacob heeft dat in veel mindere mate.
Ons beider ontwerp bevestigt hier weer eens wat we toen ook al wisten. En hoe mooi is het dat onze emigratie-cursus-juf Saskia toen al zei wat ik ook nu alleen maar kan beamen: ‘De ‘valkuil’ van emigreren is dat je denkt dat het nieuwe land je einddoel is. Volgens mij is werkelijke bestemming eigenlijk gewoon te worden wie je bent.’ Zou Saskia toen ook al enige kennis van Human Design hebben gehad?
Dat langeafstandshuwelijk ging niet door, overigens.
Categorie: De voorbereiding in Nederland
-
-
Nawoord na Minde-Mandag, deel 2
In de tijd van ‘stilstaan’ en de jaren daarna, gebeurde er veel. Laat dat meteen les 5 zijn. Het LIJKT alsof je niets ‘doet’, maar ondertussen zijn er krachten aan het werk die ervoor zorgen dat je nu eindelijk eens gaat doen waarvoor je bestemd bent. Soms met een omweg, dat dan weer wel.
Jacob volgde mijn voorbeeld wat betreft werk: hij vond geen uitdaging meer in zijn baan, stapte op en begon voor zichzelf als adviseur. Ons inkomen was in die tijd een erfenis, op basis waarvan we het risico van stoppen met betaald werk durfden te nemen, én op basis waarvan het dromen over een heel ander leven begon. Het adviseurschap bracht Jacob niet wat hij ervan verwachtte. Door onze gevorderde dromen én een begroting waaruit duidelijk werd wat er wanneer nodig was, leek tijdelijk betaald werk voor mij het meest haalbare en voor de hand liggende.
Voor de grap liet ik een oud-collega en inmiddels vriendin weten: ‘Mochten jullie nog iemand nodig hebben, ik ben beschikbaar!’ Collega reageerde: ‘Nou… A gaat met zwangerschapsverlof, we zitten middenin de sollicitatie-procedure…’ en voor ik het wist dronk ik sollicitatie-koffie met en werd ik aangenomen door de opvolgster van Linda én de opvolgster van bedrijfsleider Ruud, op het chirurgie-secretariaat, dat inmiddels verhuisd was. Het secretariaat was nu gevestigd op de voormalige plek waar de verpleegafdeling eerst was, waar ik een jaar achter de balie had gezeten, voordat ik het ziekenhuis toch wat wrokkig vaarwel zegde, op Secretaressedag 2012.
Les 6: heb vertrouwen, op jouw pad komt wat jij nodig hebt. En ook wel weer een beetje:
Les 1: het universum heeft humor
Ik kwam immers nu in één klap op twéé voormalige werkplekken terecht – iets wat ik me altijd voorgenomen had nóóit te zullen doen.
Vanaf dag 1 was het alsof ik er nooit was weggeweest. De meeste collega-secretaresses waren er nog, evenals de meeste chirurgen ‘van toen’. Enkele jonge artsen in opleiding tot chirurg uit mijn tijd als planner, werkten er nu als junior staflid. Een warm bad. Ik had zelfs mijn oude personeelsnummer nog.
Het werk wat ik deed was compleet nieuw, maar zwangere A werkte me grondig in. Dat hoefde ook alleen maar op haar specifieke vakgebied (onderwijs), de rest ‘kende’ ik immers. Mijn eerste werkdag alleen, de eerste dag van A’s zwangerschaps verlof, was Secretaressedag 2016. Zo lang mijn oude blog nog online staat kun je HIER lezen wat ik daar indertijd over schreef.
Les 7: toeval bestaat niet, serendipiteit* wel
Het waren vier leuke maanden. De planning zoals die bedacht was in de tijd dat ik boventallig werd, was niet uit de verf gekomen. Dat ik nu nog even terug was, kon laten zien wat ik waard was – nog steeds – plus de waardering die ik hier kreeg, voelde wel een beetje als revanche. Na deze maanden kon ik, wat jaren eerder niet lukte, op een fijne manier afscheid nemen van een fijne plek.
Les 8: elke mislukking is een kans op succes
Na deze periode slaan we opnieuw aan het puzzelen en rekenen en twijfelen én solliciteren. Nog één keer wat salaris, en dan zijn we er klaar voor. Voor de verkoop van ons huis en voor verhuizing naar het Gele Huis. Via het uitzendbureau van het ziekenhuis krijg ik een voorstel voor een baan: de afdeling eerstelijnsgeneeskunde (huisartsen-opleiding) zoekt tijdelijk iemand om een front-office op te zetten. ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, wordt vanaf dan mijn motto.
Mijn zelfvertrouwen – wat blijkbaar toch wel een deuk had opgelopen door het boventallig worden – is gegroeid in mijn ‘revanche’-tijd op het chirurgie-secretariaat. En blijft groeien in deze nieuwe baan. Iets doen wat je nooit eerder hebt gedaan, en daar succesvol in zijn, en waardering voor krijgen, voelt als een bemoediging richting een leven zoals ik dat nooit eerder heb geleefd. Een springplank.
De cirkel is rond als op zekere dag Ruud zich aan ‘mijn’ front-office meldt. De oud-bedrijfsleider van chirurgie, die mij daar ‘opzij zette’ als planner, komt hier solliciteren. Hij wordt aangenomen. Ons ‘kennismakingsgesprek’ is zowel een soort duik in het verleden als een blik op vooral MIJN toekomst. Pas op dat moment realiseer ik me dat hij feitelijk aan de basis heeft gestaan van mijn aanstaande nieuwe leven. Had hij me indertijd laten zitten waar ik zat, dan was ik nu wellicht nog steeds planner op het secretariaat chirurgie.
Les 9: om te kunnen groeien ben jij het zélf die moet veranderen en niet de mensen, plaatsen of dingen om je heen
De wrok van de afgelopen jaren lost op. Als ik na drie verlengingen van mijn tijdelijke contract én een vaste aanstelling afscheid neem van de huisartsenopleiding, is dat met het beste gevoel waarmee je losse eindjes kunt afronden. Tevredenheid. Dankbaarheid. Geluk.*Serendipiteit is het vinden van iets onverwachts en bruikbaars, terwijl je op zoek was naar iets totaal anders
-
Nawoord na Minde-Mandag, deel 1
Na het herplaatsen en teruglezen van een aantal oude blogs wil ik graag nog wat losse eindjes aan elkaar knopen. Als een voorbeeld van ‘hoe het kan lopen’ in je leven. Of: hoe het soms lijkt dat het universum obstakels op je pad strooit, maar dat dit altijd waardevolle lessen zijn, die je pas ziet als zodanig, als alle puzzelstukjes op hun plek zijn gevallen.
Het vorige, laatste ‘Minde-Mandag’-blog ging over zaken die nog afgemaakt moesten worden, en een sollicitatie op een oude werkplek.
De aanloop daar naartoe:
Na mijn omscholing van journalist tot medisch secretaresse kwam ik terecht op het stafsecretariaat van een chirurgische afdeling. Mijn diploma Medisch Secretaresse had ik niet behaald vanwege eigenwijzigheid mijnerzijds. Ik wilde een vrijstelling voor de lessen en het examen (blind) typen na twintig jaar typ-ervaring als journalist. Die vrijstelling werd geweigerd, en door het missen van dit ene deelcertificaat kreeg ik geen ‘bewijs van kunnen’.
En juist op het onderdeel waar ik géén deelcertificaat van had, startte ik mijn nieuwe carrière: als typiste van operatieverslagen. Door de chirurgen ingesproken cassettebandjes afspelen via voetpedalen, beluisteren en proberen mee te typen.
Les 1: het universum heeft humor
Les 2: het niet hebben van diploma’s zegt niets over jouw capaciteiten
Les 3: de beste leidinggevenden kijken niet naar jouw papiertjes, maar naar jou als mens
En zo’n leidinggevende trof ik daar dus. Linda, een heerlijk mens.
Ik had er een leuke en leerzame tijd. Ik was het universum én degene die mij ooit een beroepentest afnam, dankbaar dat ze mij behoed hebben chirurg te worden (wat ooit mijn streven was). Ik zou me doodongelukkig hebben gevoeld in de competitieve en hiërarchische sfeer van dit vak.
Linda zag dat ik meer in mijn mars had dan snel typen. Ik werd stafsecretaresse van de ‘buik’-chirurgen en nog later werd ik verantwoordelijk voor de planning. Daarmee had ik een beetje een eigen koninkrijkje binnen het secretariaat. Ik kan goed samenwerken, maar ik ben op mijn best als ik mijn eigen plan kan trekken.
Maar op enig moment werd besloten dat alles anders moest. Een ander planningsprogramma, andere mensen. Ik werd – tot mijn grote verdriet, toen – boventallig. Ik gaf de nieuwe bedrijfsleider Ruud (*) de schuld. Kwam terecht in wat we ‘de ballenbak’ noemden, moest solliciteren op functies waar ik normaliter nóoit op gesolliciteerd zou hebben en wist: als boventallige had ik nog voorrang ook op misschien wel heel wat beter gekwalificeerde concurrenten.
Het was een lastige tijd, maar uiteindelijk kwam er een baan voorbij die me wel trok: secretaresse op een verpleegafdeling, en nog eentje die onder chirurgie viel ook. Contact hebben met patiënten, dat leek me wel wat. Op een stafsecretariaat heb je in principe alleen te maken met de staf, de artsen dus. Dat contact met de patiënten viel tegen: ik zag en sprak ze alleen als ze zich kwamen melden aan de balie, waar mijn werk vooral bestond uit stickers uitdraaien en op de juiste formulieren plakken, en papieren patiëntendossiers uit het archief halen en zorgen dat ze goed ingedeeld waren. In eerste instantie allemaal nieuw en interessant voor me, maar na een paar weken heb je de routine in de gaten en zag ik in dat dit mijniet echtecht niet gelukkig ging maken.
In die tijd waren zowel Jacob als ik nog hamsters in het wiel van de ratrace: we renden maar door, we consumeerden maar door, laafden ons ’s avonds uitgeput en onderuitgezakt op de bank aan bewegende beelden op de televisie, en stonden vooral niet stil.
Tot ik drie keer achter elkaar geopereerd moest worden, en er voor Jacob een operatie dreigde.
Les 4: als je niet wilt luisteren (naar je lijf, naar je ziel, naar wat je hartenwens is), laat het universum het je wel voelen
Nu luisterden we allebei wél. Ik stopte met betaald werk, Jacob (en in zijn kielzog ik ook) ging anders eten, en van het één kwam als vanzelf het ander.
Morgen deel 2.*Ruud is niet zijn echte naam
-
Dit is het voorlopig laatste ‘oude’ blog dat ik hier herplaats. We zijn hiermee dus aan het eind gekomen van een paar weken ‘minde-mandag’, Herinneringen-Maandag. Oorspronkelijke datum van plaatsing: 2 maart 2016.
Het lijkt erop dat ik hier, in Nederland, nog iets af te maken heb, in dit jaar van afronding. Immers, numerologisch gezien is 2016 (2+0+1+6=) een 9-jaar en het getal 9 is het laatste enkelvoudige getal in de reeks. Een jaar dus om nog één keer terug te kijken op van alles uit de afgelopen acht jaar en te bedenken: is het af, kan ik het loslaten? Hierna begint het weer opnieuw met de 1 – een nieuwe start. Je kunt erin geloven of niet, maar de magie van getallen verwondert mij elke keer weer.
Nu ‘heb’ ik ook iets met het getal 9. Het is mijn geboortemaand, maar leuker nog: het is het getal wat overblijft als je mijn complete geboortedatum optelt en daarmee is 9 mijn levenspad-getal. Het begrijpen van de ‘wetenschap’ achter getallen heeft mij de afgelopen jaren aardig inzicht in mijzelf gegeven.
Het wezen van de 9 – de laatste in de cyclus zijn, ervaring, wijsheid, afronden – houdt automatisch ook een nieuw begin in. Na de 9 komt immers vanzelf de 10 (1+0), oftewel de 1 en de cirkel is weer rond. De 9 vertelt me dus zowel oude zaken af te ronden als nieuwe ervaringen te omhelzen. Maar ook dat ik geneigd ben aan weer een nieuw project te beginnen voordat het oude af is… Oude contacten die me niet langer dienen los te laten om zo ruimte te maken voor nieuwe. Oude spullen zonder moeite weg te doen, oude inzichten in te ruilen voor frisse, nieuwe. Als ik terugkijk op mijn leven tot nu toe, doe ik eigenlijk niet anders – ook toen ik nog geen benul had van numerologie.
In mei 2011 (vijfde maand/ 5 + 2+0+1+1= jawel: 9!) verbleven wij in een heerlijk optrekje in Kroatië dat – je raadt het al – huisnummer 9 had. Het was daar dat de kiem werd gelegd om ons leven zoals we dat toen leidden af te ronden en het ‘anders’ te gaan doen. In eerste instantie dachten we dat nieuwe leven dáár vorm te gaan geven, maar het zou uiteindelijk Denemarken worden. En – geloof het of niet – als je de letters bij elkaar op telt (waarbij A=1, Z=26) is d-e-n-e-m-a-r-k-e-n ook 9! Niet dat we onze nieuwe woonplek op deze manier hebben uitgerekend. Het blijkt achteraf ‘toevallig’ zo te zijn… en daar hou ik van! 🙂
Evenmin zoek ik onze vakantiehuisjes er op uit, maar onze eerste dromen richting een leven in Denemarken werden wat concreter tijdens een wintervakantie op wederom nummer 9. Dit gebeurde in een periode (februari 2013) die gekenmerkt werd door 8-energie: dan komt er duidelijkheid in plannen, oogst je wat je hebt gezaaid.
(Dat waren de meeste vakantieverhalen die je de afgelopen weken hebt kunnen lezen)
Terug naar het hier & nu. (schrijf ik dus op 2 maart 2016) Mijn leven staat behoorlijk in het teken van ‘vertrekken naar Denemarken’. Liever gisteren dan vandaag. (Geduld is een slechte eigenschap van me, en dat leren hoort ook op het pad van ‘de 9’.) Maar eerst moet er hier nog iets afgemaakt worden. Overduidelijk zijn wel de vele ooit opgestarte, maar nooit afgemaakte klusjes hier in huis, zodat het netjes verkocht kan worden. Maar ik begin me nu ook af te vragen of er misschien nog méér (figuurlijke) losse eindjes liggen, op andere plekken.
Ooit heb ik me heilig voorgenomen nooit terug te keren naar een voormalige werkgever. En dat heb ik ook nooit gedaan. Toch heb ik nu gesolliciteerd op mijn voor-vorige werkplek. Met best wel enige tvivl, dat zul je begrijpen. Voor een tijdelijke functie van 7 maanden, tot 1-11. Nee, over deze getallen ga ik het nu niet hebben. Duim maar gewoon voor me!
Ik kreeg de functie – daarover morgen en overmorgen meer in een soort nawoord bij deze serie, waarin ik nog wat losse eindjes vastknoop -
Dit is het elfde ‘oude’ blog dat ik hier herplaats. Oorspronkelijke datum van plaatsing: 13 maart 2013. Met deze keer wat meer dan anders de actuele ‘stand van zaken’ in blauw – omdat dit Minde Mandag-blog zo mooi aansluit bij het vorige, actuele.
Zonder dat ik het in de gaten heb, ben ik al een tijdje meer en meer duurzaam aan het genieten. Het is deze week No Impact Week, zie ik in een bericht dat een Facebook-vriendin deelt. Geld besparen, afvallen, meer vrije tijd, gewoon gezonder en gelukkiger leven. Daar gaat No Impact Week over.
Het initiatief is in Nederland en België al in 2010 van de grond gekomen, maar bereikt mij nu pas. Het No Impact experiment is een week waarin je ervaart wat het verkleinen van je impact op het milieu kan betekenen voor je kwaliteit van leven. Het motto: minder kan soms echt meer zijn.
Het concept in deze week is simpel: een week lang onderzoek je of een levensstijl die beter is voor de planeet ook beter is voor jou. Dat gaat stap voor stap in acht dagen met tips rond bepaalde thema’s.Dag 1: stop met het kopen van ‘dingen’ (nutteloze ‘dingen’ kopen we al lang niet meer. De enige nieuwe ‘dingen’ die hier nog in huis komen, zijn óf nodig óf tweedehands en het liefst beide)
Dag 2: produceer geen afval meer. Oftewel: koop geen in plastic, blik of anderszins voorverpakt voedsel (zie mijn blog van 25 maart jl.)
Dag 3: loop, fiets, carpool of step naar de winkel of je werk in plaats van de auto te pakken (lopen naar de (dichtstbijzijnde winkel zou een onderneming van een halve dag worden. Fietsen kan, maar doen we eigenlijk nog steeds te weinig… Naar mijn ‘werkplek’-winkel fiets ik tot nu toe wel vaak, mede vanwege een rustige maartmaand qua wind)
Dag 4: koop vers, seizoensgebonden voedsel van plaatselijke producenten en het liefst biologisch(-dynamisch) (voor onze verse groenten kopen we inderdaad seizoensgebonden en als het even kan Deens, en anders Europees. Egyptische sperziebonen of Peruaanse avocado’s passen niet meer in ons dieet. ‘Lokaal’ – bij plaatselijke moestuinierders – doen we niet meer, omdat de meesten van hen nog ijverig met RoundUp sproeien… In onze buurt zijn helaas geen boeren die een winkel hebben)
Dag 5: hoe stopcontactloos kun je leven? Waar kan de stekker uit? (Overal! De El-FRI-week is er nog steeds niet van gekomen. Ons EL-verbruik is zo laag dat het niet echt stimuleert … 😉 )
Dag 6: draai de kraan dicht – en eet geen vlees. Het blijk dat de watervoetafdruk van de Nederlander voor 46% uit water bestaat nodig voor het maken van vlees en andere dierlijke producten! (vlees, vis en andere dieren, plus de meeste dierlijke producten, eten we al heel lang niet meer. Veganist ZIJN we niet: we eten nog wél honing en dragen leer en wol. Hoe lang nog?)
De laatste dag van dit experiment: doe iets goeds (want geven voelt beter dan nemen) en doe eens niets (dat laatste kunnen we allebei inmiddels heel goed. Het eerste proberen we op vele kleine manieren vorm te geven)
Zonder dat ik het in de gaten had, ben ik al een aardig eind op weg. Dat begon toen ik vorig jaar, na het inzicht dat nietsdoen nuttig is, stopte met mijn betaalde baan. Minder inkomsten, maar minder stress. Albert Heijns kant-en-klare maaltijden hebben plaats gemaakt voor een biologisch-dynamisch groente- en fruitpakket van Odin. We eten nog zelden vlees en dan is het een BD-kippetje. Een vast deel van onze inkomsten gaan naar goede doelen. (Dit laatste inmiddels niet meer, omdat ons inkomen immers uit ‘slechts’ spaargeld bestaat, en daar moeten we toch echt zuinig mee omgaan, zeker met de huidige prijsstijgingen… in acute noodsituaties dragen we ad hoc nog wel onze steentjes bij)Als het even kan droog ik de was aan de droogmolen in de tuin in plaats van in de droger. (In het Gele Huis IS geen wasdroger, en hangt de was alleen nog maar buiten aan de lijn en zijn zon en wind de drogers)
Ik heb een zandloper aan de douchewand hangen die me 5 minuten de tijd geeft en dat blijkt ruim voldoende. (In de tijd dat ik dit schreef, stond ik nog dagelijks onder de douche. Nu was ik mij over het algemeen bij de wastafel met een washandje. Met koud water. Alleen als ik mijn haar wil wassen, stap ik – kort – onder de douche: even warm voor mijn hoofd en daarna koud. We twijfelen of we onderhand de boiler ook niet kunnen uitzetten)
De nieuwe televisie staat eigenlijk amper nog aan. (Ha, een nieuwe televisie!? Daar hebben we kort plezier van gehad. Inmiddels al jaren televisieloos)
De thermostaat staat overdag één en ’s nachts twee graden lager dan voorheen, (de houtkachel is gewoon UIT als het niet nodig is, en ’s nachts in de winter wordt het in huis dus koud) en als ik het koud krijg doe ik mijn drie jaar geleden in China bestelde nep-Uggs aan (tja, ik heb ze nu eenmaal… en ik heb ze nog steeds) of een oude wollen trui van mijn moeder (en ook die heb ik nog steeds!).
En last-but-not-least: we kopen geen dingen meer en ruilen de Jeep in voor een hybride Auris. (Haha! Dat zat me blijkbaar toch wel hoog… 😉 )
Desondanks hebben we nog genoeg hindernissen om te nemen. Stekkerloos? Zonder vriezer, koelkast, wasmachine? Een avondje bij kaarslicht, of – beter nog – naar bed als het donker wordt en eruit als de zon opkomt, daar kan ik me nog iets bij voorstellen… maar er zijn tips bij waarvan ik denk: dat wordt nog een hele uitdaging. Maar ik ga hem aan!Toen kon ik nog niet bevroeden in welke vorm we deze uitdaging uiteindelijk zouden aangaan… het zaadje voor de Deense droom was geplant, maar meer dan dat was het toen nog niet. Inmiddels kan ik uit de grond van mijn hart én mijn darmen beamen: we ZIJN een stuk gezonder & gelukkiger dan toen…
En een mooie actuele aanvulling, met dank aan de reactie van Heuvel op mijn vorige blog: op de site Mijn Verborgen Impact (klik) kun je zelf een aantal gegevens invullen om te zien wat jouw impact is. Tot mijn grote genoegen was dit mijn resultaat:
Hier kom ik graag nog een keer (op) terug.
En nu ben ik natuurlijk benieuwd: Hoeveel aardes heb jij nodig?
-
Dit is het tiende ‘oude’ blog dat ik hier herplaats in het kader van ‘minde-mandag’, een soort ‘throwback thursday’, maar dan op z’n Deens. Herinneringen-Maandag. Oorspronkelijke datum van plaatsing: 9 maart 2013.
Nooit gedacht dat ik nog eens om een auto zou huilen. We doen de Jeep de deur uit. Nu was dat ook een emo-aankoop, dus vandaar dat het afscheid ook emotioneel is. Ik voel me bijna Jean Prick uit het jarenzeventigprogramma Showroom, de man die huilde omdat hij van zijn vader geen Bugatti kreeg.
Dat zijn de jaren zeventig van de vorige eeuw, en toen keken we nog trouw televisie
Ik kan me voorstellen dat ik in tranen zou uitbarsten als ik mijn harp zou moeten wegdoen, of de amethist.
Tijden veranderen… inmiddels staat zelfs mijn harp te koop, en de amethist van 100 kilo, ja, die moest uiteindelijk ook het veld ruimen. Lees HIER.
Maar huilen om de Jeep… Nu zijn het alle drie wel dingen die we indertijd heel bewust hebben aangeschaft uit de erfenis van mijn ouders en daarmee vertegenwoordigen zowel de harp als de steen als de auto een grote emotionele waarde.
VertegenwoordigDen, in verleden tijd, zou ik nu schrijven. Ik constateer dat we niet alleen in dit jaar ONTHECHTEN, maar dat we dit eigenlijk al veel langer doen….
Het verschil tussen de drie: een muziekinstrument en een mineraal (zelfs een van 100 kilo) eten geen brood, alleen maar aandacht. En brood eten doet de Jeep wel. Veel. Heel veel brood.
Een analyse van ons uitgavenpatroon heeft ons duidelijk gemaakt voor welk deel Jacobs woonwerkauto verantwoordelijk is, en dat is niet meer verantwoord. We gaan ons dus oriënteren op een alternatief en zwart wit als ik soms kan zijn zoek ik maar meteen het andere uiterste op: we kopen een Prius. Hybride, dus akelig zuinig, energielabel A… daar kun je je tegenwoordig met goed fatsoen mee vertonen.Jacob moet hevig slikken als ik mijn voorstel openbaar. Of ik wel enig idee heb wat voor statement hij nu maakt als hij met de Jeep bij een leverancier komt voorrijden. Of ik me wel besef dat we Jeremy Clarkson van Top Gear nu nooit meer onder ogen kunnen komen – nou ja, die kans was toch al vrij klein. Onverwacht makkelijk gaat Jacob toch mee in mijn groene denken.
NB: ooit was Top Gear een favoriet programma, en genoten we van de strapatsen van Jeremy, Richard en James (FILMPJE!)
We schuimen alle bekende sites af en vinden een mooi exemplaar hier in Nijmegen. We maken een afspraak. En dan kijk ik eigenlijk pas voor het eerst goed en bewust en ‘live’ naar een Prius. Wat een verschrikkelijk lelijke auto is dit! Dat kan ik Jacob niet aandoen… Wat voor statement maak je hiermee? In de kleur grijs komt-ie nog het best tot zijn recht: een oersaaie, letterlijk grijze auto. Nee, dit gaat ‘m niet worden. Dit kan zelfs ik niet over mijn hart verkrijgen.
In de showroom botsen we bijna letterlijk tegen iets anders aan: ook een Toyota, ook hybride, maar dan kleiner, leuker, sportiever en agressief zwart – een Auris. Onze belangstelling is gewekt, maar niet voor deze auto. Teveel kilometers, te zwart. Opnieuw zetten we de zoekmachines op internet aan het werk, maar nu gericht op de Auris.
Daarnaast schakelen we ook Thijs in, onze eerstehulpbijautozaken, en samen komen we eigenlijk heel snel tot de conclusie: dit moet onze nieuwe auto worden. Een witte met weinig kilometers maar veel extra’s. Als ik mijn hocus pocus erop loslaat voelt het aan alle kanten goed: de kleur, het dingetje komt van een bedrijf met de naam Goed-hart en het kenteken telt numerologisch gezien op tot een totaal van 10 en daarmee is de cirkel rond. (NB: in de numerologie vertegenwoordigen in het getal 10 de 0 het einde en de 1 het begin van iets nieuws)
En wat voor statement Jacob straks maakt als hij met deze witte Auris komt voorrijden? In ieder geval een die congruent is met zijn en onze nieuwe en gezonde biologisch-dynamische leefstijl. Een die ook veel beter past bij het maatschappelijk verantwoord en milieuneutraal ondernemen waar zijn werkgever voor staat. De volgende stap – een bakfiets en met geitenwollensokken in sandalen – zal niet zo snel volgen. Maar ja: zeg nooit nooit.
Haha! Nou, die bakfiets hebben we nog steeds niet, de geitenwollensokken en sandalen wel! En met de huidige benzineprijzen zie ik die bakfiets ras naderbij komen… -
Dit is het eerste ‘oude’ blog dat ik hier herplaats. Vanaf nu een week of vijftien ‘minde-mandag’, een soort ‘throwback thursday’, maar dan op z’n Deens. Herinneringen-Maandag. Oorspronkelijke datum van plaatsing: 20 november 2012.
De meeste schappen in de supermarkt kan ik links – of rechts – laten liggen. Pakjes, potjes, sauzen: niet meer nodig. Voorgestampt, -gesneden en -gesorteerd: ook niet meer. Dat schiet lekker op. In een mum van tijd heb ik mijn boodschappenmandje gevuld. Het voelt erg onwennig maar bovenal is het een aardige eye-opener waar de gemiddelde supermarkt grotendeels mee gevuld is: gemaksvoer. En dat eten we vanaf vandaag niet meer.
De dreiging van een risicovolle darmoperatie is voor Jacob het moment dat hij bereid is elk alternatief uit te proberen. Dus verschans ik mij een dag lang achter de laptop met de zoekwoorden ‘alternatief’, ‘operatie’ en ‘diverticulitis’. Jacob heeft al jaren last van deze uitstulpingen in de darmen die regelmatig ontsteken. De medicatie, die ooit door mijn toenmalige baas professor Rob is voorgeschreven, stopt en Jacob krijgt zijn pillen pas weer nadat hij opnieuw de specialist heeft geconsulteerd.
Aangezien Rob inmiddels zijn hart heeft gevolgd en in Afrika werkt, vragen we Marion (opvolgster van Rob voor wat betreft darmchirurgie) om advies. Een nieuwe scan van de darmen moet een beeld geven van de huidige stand van zaken – en die valt tegen. Door de vele ontstekingen is littekenweefsel ontstaan en dat kan op den duur leiden tot obstructie. Dan rest als enige mogelijkheid een operatie, waarbij het aangedane stuk van de darm wordt verwijderd. Maar, zo laat Marion meteen weten, eigenlijk is dit ook géén optie. Er kleven veel nadelen en risico’s aan een dergelijke ingreep. We krijgen twee weken de tijd om te wikken en te wegen.
Jacob komt al snel tot de slotsom dat hij nog lang niet toe is aan een operatie. Vooral omdat we eigenlijk alleen maar mensen kennen bij wie zo’n ingreep niet zonder complicaties is verlopen; integendeel. Naadlekkage, buikvliesontsteking, stoma… het zijn begrippen die huiver en buikpijn opwekken.Tijdens mijn zoektocht op het wereldwijde web stuit ik op een Amerikaanse site over ‘pijnvrij eten’. Ik probeer dóór alle verschillende lettertypes en langs alle plaatjes heen de woorden tot me door te laten dringen. De auteur, ervaringsdeskundige Mike Hohlweg, heeft het over vele (maag)zuurgerelateerde spijsverteringsstoornissen, waar diverticulitis er een van is. De oplossing voor alle ongemakken die hiermee gepaard kunnen gaan is volgens hem: voedsel groeperen (foodgrouping). Eet vrijwel alles, maar niet tegelijk. Hoe simpel kan het zijn…
Nadat we 28 dollar hebben overgemaakt en een uitgebreide PDF met nóg meer informatie ontvangen, zien we deze manier van eten helemaal zitten. Vragen, twijfels en andere zorgen leggen we per email neer bij Mike, die per omgaande uitgebreid en betrokken antwoord geeft. Ons vertrouwen groeit, evenals onze gut-feeling dat dit een goede stap in de juiste richting is.
Jacob schakelt van de ene op de andere dag 100% over op pijnvrij eten. Ik doe voorlopig nog even aan restverwerking – want alhoewel je alles kunt blijven eten wat je gewend bent, met Mike’s uitleg over ‘zuur’ en ‘basisch’ voedsel wordt duidelijk dat we veel ‘zuur’ eten in huis hebben. Slecht eten voor Jaap; ik kan het nog wel even hebben 🙂Pijnvrij eten heeft als basis dat het vers en liefst ook van biologische teelt is. De tijd die ik nu overhoud in de supermarkt kan ik lekker (letterlijk en figuurlijk!) besteden aan zelf wassen, zelf snijden en zelf koken van puur voedsel. Geen kant-en-klare stoommaaltijden meer. Geen afhaalChinees meer. Geen vlees en geen chocola meer. In plaats daarvan: een Odin-abonnement, met vergeten groenten en spannende recepten.
In de paar dagen dat we hier nu mee bezig zijn is Jaap aangekomen en ik afgevallen. Jaaps buikpijn lijkt minder te worden. Het is nog te vroeg om te juichen, maar het begin is op z’n minst positief. En ik weet nu al zeker dat als ik zwicht voor dat saucijzenbroodje bij de lunch, ik het zal moeten bezuren – letterlijk. -
Bovenin de esdoorn trilt een laatste blad in de koude wind, alsof het gelijktijdig angstig is voor de vrijheid die wacht, als reikhalzend uitziet naar het moment waarop het los kan laten. In de vrijwel kale appelboom hangen de appels als groene kerstballen. Onder de appelboom stond tot voort kort de oude, onopvallende kruiwagen van Odylle.
Odylle is een van de bijzondere mensen die we via Marktplaats leren kennen in de aanloop naar onze verhuizing naar het Gele Huis. We vérkopen vooral, maar in dit geval is het een aankoop. Een kruiwagen kunnen we goed gebruiken bij de aanleg en het onderhoud van onze nieuwe tuin. We hebben er geen (nodig, ook, in onze kleine Nederlandse tuin), en dus gaan we op zoek op Marktplaats.
Ik doe Odylle een bod-met-verhaal, mede omdat ik tussen de regels van haar advertentie door ook een verhaal meen te lezen. Odylle reageert positief: ze gunt ons haar oude kruiwagen, en haar kruiwagen, samen met ons, een nieuw en laatste leven in Thy.
Is het niet vanwege de altijd hoorbare snelweg op korte afstand, en de spoorweg aan het eind van haar diepe tuin, dan zou Odylle op een werkelijk idyllische plek wonen. Nabij een landgoed, aan het eind van een doodlopende weg in een stuk bos, leeft zij in eenvoud, dichtbij de natuur. Vóór het huis een bordje Te Koop, naast het huis een metershoge en meterslange muur van gekapt en gezaagd hout; brandhout. Heel even vonkt er in onze ogen een vlam van begeerte.
Odylle komt naar ons toe lopen. Ze is klein en gespierd. Onder de muts, die ze afzet voordat ze ons een hand geeft, gemillimeterd grijs haar. Later, als Jacob voor het eerst bij mij de tondeuse hanteert, zal ik zeggen: ‘Ik wil het zoals Odylle’.
Het huis is inmiddels verkocht, vertelt ze, inclusief het hout, maar de makelaar heeft het bordje nog niet gewisseld. Haar vrouw is er met een andere vrouw vandoor. Na vele jaren geluk samen is het ineens voorbij. Odylle is houthakker. ‘Mijn levenswerk’, zegt ze, wijzend op de muur van brandhout. ‘Ik dacht dat ik hier oud zou worden’.
Ze is nu, net als wij, al haar bezittingen aan het verkopen. Wij omdat we kiezen voor een ander leven; zij omdat ze door het vertrek van haar lief geen andere keus heeft. Op de oprit, naast de muur van gestapeld hout, staat een oude kampeerbus. Die is van haar zoon geweest, maar hiermee gaat zij nu op reis. Op zoek naar een nieuw thuis. Ze heeft nog geen idee waar dat zal zijn.
Maar eerst moeten de spullen, beladen met herinneringen, op een goede plek terecht komen. Ze kiest haar kopers zorgvuldig uit; haar leven gaat niet zomaar onder de hamer voor de hoogste bieder. Op deze manier afscheid nemen van al wat was helpt haar in het rouwproces om de verbroken relatie. Ze is als het esdoornblad. Het oude, vertrouwde loslaten is eng, maar het nieuwe, avontuurlijke onbekende omarmen onontkoombaar.
De kruiwagen heeft ons rond het Gele Huis nog een paar jaar goede diensten bewezen. Net als Odylle hebben we hout gehakt en gezaagd en gekruid, hebben we stapels gebouwd en voelen we ons rijk. We hopen hier oud te worden.
Onder de appelboom staat tegenwoordig een opvallend, glimmend geel-met-rood nieuw geval. De kruiwagen van Odylle bleek niet bestand tegen de elementen waaraan zij hier continu werd blootgesteld door gebrek aan droog onderdak.
-
Na de hoogtijdagen vol energie, nodig voor werk, dingen uitpluizen, spullen opruimen en overal aan denken, zijn we nu in rustiger vaarwater beland.
Er hoeft even niets.
De kentering heeft zich ingezet: onze mate van activiteit, net als de stroomsnelheid van water dat van opkomend overgaat in afgaand, is minimaal.
Het is bijna doodtij – zoals elke maand tijdens het eerste en laatste kwartier van de maan.
Rust. Een stilstaan tussen twee fases in.
Hoe toepasselijk is dan de quote die ik opgestuurd kreeg van mijn oudste (sinds de kleuterschool) vriendin: ‘Deze vond ik nog…’
Als het eb is in je leven, is het goed strandjutten
Beide heb je nodig in je leven; zowel hoogtepunten als diepe dalen. Periodes van activiteit afgewisseld met rust. Er valt weinig te jutten als het niet eerst flink heeft gestormd en de vloed de oogst uit de zee op het strand heeft gedragen. Maar pas bij eb, als het woelige water zich terugtrekt, worden die schatten – en ja, steeds vaker ook het afval wat we er eerst zelf in hebben gedumpt – zichtbaar.
Deze dagen staan we stil bij wat achter ons ligt, en wat ons te wachten staat. Er zal opnieuw moeten worden nagedacht over de volgorde der dingen en wat ook al weer in welke doos zit. Na het uitpakken zullen we opnieuw moeten ordenen, opruimen, weg doen. We gaan weer klussen, maar nu voor onszelf, en niet meer voor ‘de volgende bewoners’. We zullen onze energie gaan steken in Deens leren, ons verdiepen in permacultuur en een concreet plan voor onze tuin maken. Opnieuw hoogtijdagen.
Maar we zullen – omdat we het nu kúnnen – ons aanpassen aan het ritme van de natuur. Het ritme van het getij, het ritme van zomer en winter, van zaaien en oogsten. En bij elk moment van eb hopen we iets moois te kunnen jutten.
(Bovenstaande foto is er natuurlijk eentje van Jacob. Da’s Jaap, op z’n Deens 😉 )
-
Dat het met mijn rug nu zomaar ineens als bij toverslag goed gaat, komt natuurlijk door méér dan alleen dat fijne bosbaden. We hebben – vandaag was de overdracht – een deel van ons leven afgesloten, stap voor stap, soms tergend langzaam, maar op een manier die bij ons past. En we nemen bepaald geen duik in het Grote Onbekende nu. We zijn goed voorbereid. En dat wordt bevestigd op de plek waar we nu een tussenstop maken.
Omringd door bomen zien we nu dagelijks eekhoorns. Een beestje wat niet direct op mijn netvlies staat. Ik heb me altijd meer aangetrokken gevoeld tot water en waterwezens. Otters, beren en dolfijnen hebben geen geheimen meer voor me. Maar eekhoorns? Wat leer ik van eekhoorn?
Eekhoorn… Verzamelaar van honderden noten, jij weet precies het aantal te begroten. Ook ik wil slechts nemen waaruit mijn behoefte bestaat.
Toen onze dromen plannen werden, heeft Jaap een indrukwekkend Exceldocument gemaakt met een begroting. Wat was haalbaar, als we uit zouden gaan van datgene wat we minimaal nodig hebben om tot ons pensioen eenvoudig, maar fijn te kunnen leven? Die begroting werd de basis voor onze daden: alle onnodige spullen en luxe de deur uit.
Eekhoorn leert je om van tevoren plannen te maken voor de winter, wanneer de bomen kaal zijn en er allang geen noten meer te vinden zijn. Je leert hoe je energie moet verzamelen en opslaan voor tijden van nood. Je leert dat je iets moet bewaren voor later, of het nu gaat om een oordeel, een mening, een spaarrekening, kaarsen of extra voedsel. In een notendop: Eekhoorn is de Padvinder van het dierenrijk – altijd voorbereid.
De afgelopen weken dat ik op mijn matje op de grond lag en ‘niks’ deed, heb ik onbewust goed voor mezelf gezorgd. De overdracht aan de nieuwe collega’s op het werk was daardoor minimaal (in mijn ogen), maar blijkbaar meer dan voldoende, want de collega’s gaan gewoon lekker door waar ik was gestopt.
Ons huis is niet zo glanzend schoongepoetst als ik had gewild, maar hé: de nieuwe bewoners zijn wellicht nu al de keuken aan het slopen en hebben ongetwijfeld (schoon)moeders die straks graag met emmer en spons komen helpen soppen. Ik heb mijn energie bewaard voor het opbouwen van ons nieuwe leven in het Gele Huis.
In de wereld van deze dag, waarin veranderingen razendsnel plaatsvinden en het geluk zich van de ene op de andere dag tegen je kan keren, is het wijs je op de toekomst voor te bereiden. De boodschap van Eekhoorn is dat je voorbereid moet zijn, maar dat je dit niet moet overdrijven. Houd genoeg van jezelf om te verzamelen waaraan je in tijden van schaarste behoefte zult hebben, zelfs als die tijd nooit komt.
Vaak is het aan ons gevraagd door mensen die wel zouden willen, maar niet durven: ‘Ja maar wat als en stel nou dat, wat dán?’ Juist als je overdrijft in je voorbereiding, sla je daarmee elk initiatief om te komen tot een plan, dood. Mocht het allemaal anders lopen dan we nu verwachten, dan hebben we er alle vertrouwen in dat er dan wel weer iets op ons pad komt waardoor ons leven een onverwacht ándere wending neemt.
‘En je kunt altijd nog terug’, is dan een veel gehoorde reactie. Nou is dat niet bepaald ons ‘plan B’. Juist in tijden van schaarste, op welk vlak dan ook, houden we genoeg van onszelf om dan weer opnieuw een keus te maken. Teruggaan naar stress, drukte, consumeren en moeten zal niet tot de meest voor de hand liggende keuzemogelijkheden behoren.
Bereid je voor op verandering. Het kan zijn dat je het gewicht van je last moet verlagen als je te veel dingen hebt verzameld waar je niets aan hebt. Tot deze ‘dingen’ kunnen gedachten behoren, zorgen, spanningen, stress, of hebbedingetjes, die al jaren stuk zijn. Bij verzamelen dient sprake te zijn van evenwicht; zo nu en dan zul je afstand moeten doen van iets dat je hebt verzameld. Ga naar een winkel van het Leger des Heils, en geeft de hebbedingetjes aan iemand die er nog iets mee kan doen. Als iets je geen mogelijkheid tot groei meer biedt, is het tijd om los te laten.
Dit behoeft geen nadere uitleg denk ik 😉
Eekhoorn heeft nog een les te leren, die je op alles kan voorbereiden. Deze les heeft te maken met de veilige plek waar je je schatten moet bewaren. Deze veilige plek wordt gevormd door een sereen hart en een serene geest. De schatten die er opgeslagen worden, zijn wijsheid en zorgzaamheid. De energie die je hebt verzameld, zullen je hart en geest verlossen, waardoor je zult weten dat er voor alles te zijner tijd gezorgd zal worden. Pas die toe op je angsten voor de toekomst en ze zullen verdwijnen.
Angst voor onze nabije toekomst had en heb ik niet bewust, maar soms zijn er onbewust krachten gaande, waardoor het dan ineens in je rug schiet ofzo 😉 Door het bezig zien van de eekhoorns hier, door te luisteren naar wat ze me te vertellen hebben, is de afgelopen dagen dat vertrouwen geland, dat er voor alles te zijner tijd gezorgd zal worden. En daarmee verdween ook de rugpijn.
(Teksten Eekhoorn: Medicijnkaarten)