Als de wind uit het oosten komt, horen we soms het verkeer van de dichtstbijzijnde grote weg. Vooral het geluid van sirenes draagt ver, en lang. Maar over het algemeen is het enige wat we horen de schrille roep van ‘onze’ fazantenhaan (hij heeft nog steeds geen partner), zingende zwanen en gakkende ganzen in bepaalde tijden van het jaar, en het gekras van honderden roeken.
Vanuit de verte klinkt het absoluut niet hinderlijk. Ze communiceren met elkaar en door elkaar heen. ‘Onderling onderhouden ze een uitgebreide communicatie over voedsel en sociale aangelegenheden’, lees ik op de site van de vogelbescherming – en dat zijn twee belangrijke dingen om over te communiceren, ook voor een mens. Een kolonie kan soms uit wel 1000 nesten bestaan, en die zitten dan meestal in toppen van hoge bomen. Ze foerageren op open grasland. Beide hebben we hier veel. Niet alleen wij hebben hier ons ‘paradijs’ gevonden, voor de roeken is dat het ook in deze omgeving.
Voor ons is het een nieuw soort achtergrond geluid geworden sinds we hier wonen. De relatieve rust – als in: geen geblaf bij elke beweging van ons buiten – is nog steeds balsem voor onze ziel. We kunnen dagen in de tuin bezig zijn met alleen de kletsende roeken op de achtergrond, af en toe een overvliegende gans of meeuw, of de schreeuw van de fazant. Intussen neemt ook het getjilp van de merels toe. Het wordt langzaam maar zeker lente!
Mijn rondje-met-het-hondje is inmiddels een ontdekkingstocht in een zo mogelijk nóg langzamer slentertempo geworden, waarbij ik deze dagen vaak nieuwe vormen zie verschijnen.
De ‘vormen’ van vorig jaar staan nog steeds fier rechtop, als bollen met luxe appartementen voor allerlei insecten, uit een sciencefictionfilm.
De eerste, vroege aardappels zitten inmiddels in de grond
In de kas wachten wilde asperges om in de volle grond gezet te worden. Naast een zeer oude druivenstok, waarvan we hopen dat daar nog leven in zit.
De bomen langs de oprijlaan zijn om-en-om geknot om meer licht door te laten voor de bessenstruiken en fruitbomen die hier aan weerszijden komen, en deels al staan.
Soms mis ik het geluid van de zee. Of van de vele schreeuwende meeuwen. Die ‘teisteren’ Deense KUSTplaatsen en nu moeten ze worden afgeschoten. ‘In het hele land hebben de Denen genoeg van schreeuwende meeuwen, die rommel maken en stelen’, kopt de nieuwssite. In de afgelopen jaren heeft het Deense Natuuragentschap verschillende aanvragen ontvangen van zowel particulieren als gemeenten om meeuwen te mogen ‘reguleren’.
‘Er zijn de laatste jaren meer aanvragen binnengekomen dan in 2020. Mensen nemen contact met ons op als de meeuwen in het voorjaar te veel schreeuwen en ze jongen hebben gekregen. Dan praten ze met elkaar en wij vinden het een beetje als schreeuwen klinken. En dat vinden mensen niet leuk’, zegt de wildlife consultant bij het Deense Natuuragentschap.
NIET LEUK??? 🤯🤯🤯
Mag ik zeggen dat ik het niet leuk vindt dat meeuwen, die een veilig broedplekje op daken gevonden hebben (ver weg van vossen, bijvoorbeeld), en die weggesmeten fastfood ‘opruimen’ (ze schijnen dol te zijn op MacFrietjes), afgeschoten worden omdat ze met hun kinderen – moeten – communiceren? Is het geen optie om, als je aan de kust woont, te leren in vrede te leven met je mede-kustbewoners? Of te verhuizen?
Is het geen beter idee om ze geen reden te geven om ‘hinderlijk’ te worden, zoals ze voeren bijvoorbeeld? Want dat gebeurt blijkbaar ook. Deze ‘regulerings-campagne’ volgt op een andere, die niet het gewenste effect had.‘We hebben burgers ook aangemoedigd om geen voedsel achter te laten voor de vogels’, vertelt een gemeentelijk woordvoerster. ‘We hebben een campagne gevoerd met borden, die mensen vertelden om niet te voeren. Maar dat was niet genoeg’.
En dan schieten we ze dus maar af.
Zucht 🙄
Heb jij wel eens hinder van dieren?